In de nacht van 8 op 9 september staat aan het eind van de Leidsche Rijntunnel een vrachtwagen in de brand. De tunnel is gevuld met dikke rook en vijftig voertuigen met omstanders. In co-creatie met Rijkswaterstaat, Politie, Brandweer en de Veiligheidsregio Utrecht heeft FireWare dit grootschalig tunnelincident gesimuleerd.
Meerdere Stratus en Cumulus rookmachines, Phoenix Silkflames en FireSpots worden aangestuurd om rook en vlammen weer te geven. Rookvloeistof Brandweer Extreem zorgt voor grote en dikke hoeveelheden rook. Dit keer niet voor het bestrijden van de brand door de manschappen, maar de aandacht ligt op commandoniveau. Er wordt voornamelijk geoefend op communicatie, beeldvorming en planvorming voor CoPI, Commando Plaats Incident, de naam van de operationele leiding op de plaats van een incident.
Een keer in de vier jaar behoort in een tunnel realistisch geoefend te worden. Wel belangrijk om te vermelden; een tunnel is minimaal 250 meter lang. Korter dan 250 meter heet officieel een onderdoorgang. Het zal je misschien niet verbazen, maar tunneloefeningen zijn zeer complex om op te zetten. De tunnel moet namelijk zo kort mogelijk afgesloten zijn voor verkeer. Oftewel, zo snel mogelijk opbouwen, in korte tijd een realistische hoeveelheid rook de tunnel inblazen en vervolgens weer in recordtijd afbreken.
Gelukkig zijn we bij FireWare heel geoefend in het draaien van tunnelsimulaties en is dit niet onze eerste keer. Daarentegen blijft het toch elke keer weer uniek om in zo’n tunnel te staan zonder verkeer!